Europees recht en vergoeding van zorg geleverd door Europese zorgaanbieders
Artikel 56 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bepaalt dat het vrij verkeer van diensten binnen de Europese Unie niet beperkt mag worden. Volgens vaste jurisprudentie is zorgverlening een dienst als bedoeld in artikel 56 VWEU. Ook wordt algemeen aangenomen dat zorgverzekeraars dit vrije verkeer niet mogen beperken. Dit houdt concreet in dat zorgverzekeraars voor hun verzekerden in principe geen enkele drempel mogen opwerpen om naar een aanbieder in een andere lidstaat te gaan. De enige beperking die het Hof van Justitie van de Europese Unie (Hof van Justitie EU) in uitzonderingsgevallen mogelijk acht is een systeem van voorafgaande toestemming. In de zaak waarover de Geschillencommissie een bindend advies heeft gegeven deed zich zo’n uitzonderingsgeval voor: de verzekerde had vergoeding gevraagd van de kosten van een operatie waarvoor hij een aantal dagen opgenomen was geweest (intramurale zorg). Omdat dit soort ‘intramurale’ zorg gepland moet worden, staat het Hof van Justitie EU toe dat voor het ondergaan van dit soort behandelingen voorafgaande toestemming van de zorgverzekeraar is vereist. Iedere andere beperking van het vrije verkeer brengt echter een ongeoorloofde discriminatie van buitenlandse zorgaanbieders ten opzichte van Nederlandse zorgaanbieders mee en is daarom verboden. Het feit dat een verzekerde slechts 80% vergoed krijgt van een behandeling die hij in Nederland volledig vergoed kan ondergaan, levert een beperking op van dit vrije verkeer en is volgens het Hof van Justitie EU dus niet toegestaan.